Verburg - diepgeworteld in de klei

Uit Voorouders
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

zondag 27 oktober 2019 21:04

De familie Verburg blijft dichter bij huis. Neem Michiel Harmenszoon van der Kooij, geboren rond 1525 te Overschie:

ambachtsbewaarder van de polder Schieveen (1596, 1597) en schepen van Overschie (1599)

Hij was bouwman op de boerderij "Het Huijsweer", gelegen op het 6-de weer ten zuiden van de Hofweg. In 1561 heeft hij in Schieveen 2 morgen land in eigendom, pacht hij 13 morgen en 16 hont van zijn vader, 13 morgen en 2 hont van Lambrecht Michielszn van Crieckenbeeck te Delft, hij huurt nog 3 morgen 2 hont van de Heiligen Geestmeesters van Overschie en 4 hont van Michiel Dirksz te Pijnacker. R.A. Overschie, inv. nr. 295, fol. 62 e.v.

Op 30 april 1618 worden onroerende goederen uit zijn nalatenschap getransporteerd.

Bouwman in de polder Schieveen onder Overschie, gezworene 1599, schepen aldaar 1599, 1600-1603, ambachtsbewaarder van de polder Schieveen 1596-1597, eigenaar van de boerderij "Het Weerhuijs" met 90 morgen en 5 hont land gelegen in de polder Schieveen tussen 6 juni 1616 en 30 april 1618. Michiel trouwde Aefgen, een dochter uit het tweede huwelijk van Gabriel Adriaensz te Berkel en was een zoon van Harmen Dirksz. Harmen Dircksz (van der Kooy) wordt in 1543 te Overschie aangeslagen voor 31 en 16 morgen (Quohieren van de tiende penning,nr. 345 van het archief van de Staten van Hollandvoor 1572) wat wel overeenkomt met de 48 morgen die volgens het Stamboek (dat verwijst naar G.C. Helbers, Gedenkboek Overschie, bld. 133) Michiel Harmensz later exploiteerde in de polder Schieveen bij de Zweth.

In het kohier van 1553 (nr.748 van het archief) op bld. 24 wordt het land van Harm Dirx meer gespecificeerd opgegeven; hij gebruikt 13 morgen van Lambrecht Michielsz te Delft, 3 morgen van de heilige geest te Overschie,3 hont van Michiel Dirx te Pijnakkeren en heeft 28 morgen eigen land. In het kohier van 1556 (nr. 1074 van het archief) staat op bld. 18 en vv. zijn land anders gespecificeerd; zijn eigen land ligt in de Waelsaet en hij heeft dan o.a. grond gepacht van Mr. Jacob Jansz vanUtrecht tot Delft. In het kohier van 1561 (nr.1398 van het archief) komt Michiel Harms te voorschijn (op het van Lambrecht Harms gepachte land blijkt de woning van Harmen Dirx te staan) en blijkt Harmen Dirx minder land in gebruik te hebben.

In de kohieren van Berkel uit dezelfde tijd (nrs. 168,571,906 en 1222) wordt Gabriel Adriaensz aangeslagen als landeigenaar en pachter en voor een huis. Uit een akte d.d. 10 maart 1578 in het Rechterlijk Archief van Berkel (inv. nr.133) komen de kinderen uit zijn tweede huwelijk voor, die ook opgesomd worden in het stamboek; Gabriel Adriaensz is dan blijkbaar overleden.

Zijn zoon, Pleun Michielszoon van de Kooij, uit ongeveer 1557, Overschie.

Testeert op 10 feb 1638, ziek en woonachtig te Delfgauw. Testeert opnieuw 30 Nov 1642, dan woonachtig aan de Brabantse Turfmarkt te Delft. Hij is overleden in het huis van zijn schoonzoon, Pieter Maartensz van Ruijven, woonachtig aan de Brabantse Turfmarkt (naast de huijsinge van de Spiegell) te Delft.

De bakermat van het geslacht van der Kooij ligt in Delfland, in het hart van de provincie Zuid Holland. Hier werd rond 1557, op de uiterste grens van Delfland onder de ambachtsheerlijkheid Overschie een jongetje geboren die de naam Pleun kreeg. Hij werd waarschijnlijk nog op de Roomsche wijze binnen enkele uren na zijn geboorte door de pastoor gedoopt. Zijn ouders, Michiel Harmensz. en Aefgen Grabelsdr. waren eenvoudige welgestelde boeren-mensen, die in de polder Schieveen ter hoogte van het riviertje de Zweth een boerderij bezaten, welke '48 margen' groot was. Veel is ons van hen niet bekend. Michiel Harmensz. is vermoedelijk rond 1524 geboren, hij bereikte een hoge leeftijd, want in 1616 leefde hij nog en was toen 'omtrent twee ofte drie ende negentig jaeren oud' Twee broers van Pleun zijn ons nog bekend t.w. Harmen en Arij. Harmen is getrouwd met Ariaentgen Dircksdr. en bleef op de boerderij van zijn vader wonen. Zijn zoon Michiel Harmensz. ging zich later 'van der Sweth' noemen en is daarmee de stamvader geworden van het geslacht van der Zweth. Arij Harmensz. woonde ook op een eigen boerderij in de polder Schieveen en is daar ongehuwd overleden in oktober 1641. Pleun Harmensz. ging in Delft in ondertrouw op 13 oktober 1584 met Neeltgen Claesdr., het jonge paar vestigde zich op een boerderij 'in het Zuijdeijnde van Delfgaeu' Delfgauw hoorde onder het ambacht Hof van Delft en stond bekend om zijn turf en om zijn grote rijkdom aan wilde vogels, vooral eenden. Bij de boerderij van Pleun Harmensz., die '35 mergen en 3 honts lants” groot was hoorde ook een 'goet gewin gevende Vogel Coijen'

Deze eendekooi bracht Pleun Harmensz. die alleen een goed gewin maar gaf hem en zijn nageslacht ook de familienaam van der Kooij.

Waar was dat dan precies? “in de polder Schieveen ter hoogte van het riviertje de Zweth een boerderij bezaten”

Een kaart uit +-1750 laat links tegen de rand bij nummer 58 de Zweth zien, die net buiten de kaart uitmondt in de Schie. Daaronder de Schieveense polder, grenzend aan de Sestienhovensche polder, het huidige vliegveld Zestienhoven.

[1] [2]

Dan is er ook nog een tekening, gemaakt in 1658, die echter een kopie is van de tekening gemaakt in 1546 door de overgrootvader van de landmeter. Die tekening toont boerderijen aan de Schie, daar waar die samenkomt met de Poldervaart. Dat is vlakbij de Zweth. Op die tekening zien wij een boerderij die is van Dirck Harmens. Of die Van der Kooij was? Dat staat er niet bij. Volgens A.J. van 't Wout, had Michiel Harmens echter een broer Dirck, en die leefde in 1546... wellicht was dat zelfs de boerderij van zijn vader Harmen. Als we die kaart dan monteren op de 17e eeuwe kaart uit de atlas Blaeu...

[3]

Op Street View van Google Maps kom je dan hier uit, let op de bocht in de weg: daar stond de boerderij. De velden waren aan de overkant.

[4]

Pleuns zoon Jacob werd rond 1585 geboren in Delfgauw, diens dochter Marijtje Jacobsdochter in 1616 ook, zij trouwde met Jan Claeszoon Langelaen. Zijn voorouders zijn terug te voeren tot Jan Langelaen geboren omstreeks 1440 in Berkel. Ook zijn moeder, Machteld Maertensdochter van Ruijven, is terug te voeren tot Dirck van Ruijven uit ongeveer 1400. Hun zoon Jacobs Janszoon in 1637 in Pijnacker. Dan een Pieter in Schipluiden, Leendert in Stompwijk, Jacob weer in Schipluiden net als Gerardus Langelaan, inmiddels 1795. Hij huwt in 1820 met Anna Wilhelmina Tetteroo, wiens voorouders tot in 1400 zijn terug te vinden en vaker met de familie Langelaan trouwden. Hun dochter Anna wordt geboren in Ackersdijk en Vrouwenregt, zij trouwt in 1844 met Petrus van der Helm uit Overschie en Hogenban. Zij krijgen in het Hof van Delft in 1859 een dochter Adriana Catharina, die in 1884 trouwen met Arie Vieveen uit Zoetermeer. Hun dochter Anna Maria trouwt in 1918 met Johannes Laurencius Verburg uit Kethel en Spaland. Hun dochter Adriana Maria wordt in 1920 in Pijnacker geboren.

[5]

Hun geboorteplaatsen heb ik ook op de kaart aangegeven. De grootste afstand is een kilometer of 15, in 500 jaar. Woont oom Jan niet op een steenworp afstand? Small world.