Burgerlijke Stand

Uit Voorouders
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In 1811 voerde Napoleon in Nederland de Burgerlijke Stand in. Elke Nederlander moest zich laten registreren en een achternaam aannemen. In Friesland werden vaak aparte naamaannemingsakten op gesteld, bijvoorbeeld die van Jan Johannes. Ook alle kinderen en kleinkinderen kregen dan die achternaam, al waren uitzonderingen mogelijk.

Veel mensen hadden voor die tijd al een achternaam of familienaam, al was het, zeker in kleine gemeenschappen en vooral in het noorden van het land nog gebruikelijk om enkel patroniemen te gebruiken. Dat ging bovendien vaak alternerend: Jan Claaszoon, die zijn zoon Claas noemde naar zijn vader, dus Claas Janszoon, die zijn zoon Jan noemde naar zijn vader. Voor het vernoemen van kinderen werden allerlei 'regels' gevolgd, die kunnen helpen bij het reconstureren van een stamboom.

Het werd vanaf toen ook verplicht geboorteaangifte te doen en te trouwen voor het de gemeente. Voor die tijd werd alles door/voor de kerk gedaan. Ook was een tijd lang het huwelijk voor de katholieke kerk niet rechtsgeldig, en moesten katholieken ook voor het gerecht, of voor de protestante kerk trouwen (voorbeeld).

"Bij huwelijken zul je in bepaalde gevallen gebruik moeten maken van de registers van een ander kerkgenootschap dan waar je voorouders toe behoorden. Vanwege de bevoorrechte positie van de gereformeerden (die vanaf het eind van de negentiende eeuw hervormden worden genoemd) was voor hen het kerkelijk huwelijk voldoende. Huwelijken die in andere kerken waren gesloten, golden niet als rechtsgeldig. Mensen die niet gereformeerd waren, moesten daarom óók nog voor het plaatselijk gerecht óf een gereformeerde kerk trouwen. Het is dus mogelijk dat je voorouders in de gereformeerde trouwregisters staan terwijl zij niet gereformeerd waren."

Bron: CBG

Voor een huwelijk was een geboorte- of doopakte nodig, want de eerste jaren had natuurlijk nog niemand een geboorteakte. Omdat vrijwel iedereen gedoopt werd was dat werkbaar. Dat was wel een probleem voor doopsgezinden, omdat zij dus niet bij geboorte doopten, maar pas volwassen hun geloofsbelijdenis aflegden. Om te kunnen trouwen moesten zijn eerst naar het gerecht, met een aantal familieleden en dan werd een akte van bekendheid opgesteld (voorbeeld, tweede scan, blader naar pagina 93).

Sinds de Burgerlijke Stand staan in geboorte, huwelijks- en overlijdensaktes altijd de namen van ouders vermeld, waardoor afstamming altijd te reconstrueren is tot voor 1811. Al zijn niet alle akten in Nederland zowel gedigitaliseerd (gescand) als geindexeerd (op naam doorzoekbaar). Daar wordt hard aan gewerkt in allelei projecten zoals Vele Handen. Veel van die archieven zijn Open Data en de burgelijke stand is vrij te doorzoeken via OpenArch. Daarin vind je in de regel enkel gegevens van mensen die meer dan 100 jaar geleden geboren zijn, daarvan wordt aangenomen dat ze zijn overleden en is privacy niet meer van toepassing.