Brons- en IJzertijd

Uit Voorouders
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De brons- en ijzertijd duurt van 3500 BC tot 200 AD. De grotere beschavingen staan specialisatie toe, de voedselvoorziening is beter geregeld en stabieler. Er blijven daarnaast echter ook nomadische samenlevingen bestaan, die minder voedselzekerheid hebben, en soms op plundering gaan. De steden krijgen stadmuren, er komt een leger, dat militair wordt uitgerust, met wapens van brons en later ijzer.

De zwervende en plunderende volken blijven nog lang bestaan en hebben soms grote impact op de wereld, de Vandalen in ca. 400, de Hunnen in ca 400, de Mongolen in ca 1200.

De brons- en ijzertijd begonnen en eindigide niet overal tegelijk. Rond 3000 BC ontstaan de eerste stedelijke beschavingen, die leren koper en later brons te bewerken. 1000 jaar later is koper gemeengoed, en ca. 1000 BC begint in Griekenland en Bulgarije het gebruik van ijzer.

In de eeuwen die volgen wordt het gebruik van ijzer gemeengoed in heel Europa. De IJzertijd eindigt voor een groot deel van Europa met de inlijving bij het Romeinse Rijk.