Brons- en IJzertijd
De brons- en ijzertijd duurt van 3500 BC tot 200 AD. De grotere beschavingen staan specialisatie toe, de voedselvoorziening is beter geregeld en stabieler. Er blijven daarnaast echter ook nomadische samenlevingen bestaan, die minder voedselzekerheid hebben, en soms op plundering gaan. De steden krijgen stadmuren, er komt een leger, dat militair wordt uitgerust met wapens van brons en later ijzer.
De brons- en ijzertijd begonnen en eindigide niet overal tegelijk. Rond 3000 BC ontstaan de eerste stedelijke beschavingen, die leren koper en later brons te bewerken. 1000 jaar later is koper gemeengoed, en ca. 1000 BC begint in Griekenland en Bulgarie het gebruik van ijzer.
In de eeuwen die volgen wordt het gebruik van ijzer gemeengoed in heel Europa. De IJzertijd eindigt voor een groot deel van Europa met de inlijving bij het Romeinse Rijk.