Kans op een gemeenschappelijke voorouder

zaterdag 11 april 2020 10:14

Kansrekening

Van voorouders generatie 0 zijn er 2^0, dat ben je zelf. Je ouders, generatie 1 zijn er 2^1, je grootouders 2^2, etc. Met 8 generaties dus 256, en met 10 zijn dat er 1024. Met 20 generaties het kwadraat daarvan, ruim een miljoen. Met gemiddeld 30 jaar per generatie is dat 600 jaar.

In 1850 waren er 3 miljoen Nederlanders, en die stonden allemaal ingeschreven in Burgerlijke Stand. Dat waren er 50 jaar later 5 miljoen. Aangenomen dat de grote groei begon met de industriële revolutie rond 1800 kunnen we stellen dat het 1700 waarschijnlijk niet meer dan een miljoen, anderhalf waren. In 1420, 600 jaar geleden had je dan meer dan heel Nederlands als voorouder, of in elk geval meer voorouders dan dat er Nederlanders waren: meer mensen niet dan wel en de meeste mensen meer dan eens. Je ziet namelijk heel duidelijk dat de meeste voorouders dicht bij huis blijven.

De kans op gemeenschappelijk voorouder 600 jaar geleden is, als je uit dezelfde streek komt, levensgroot. De kans dat je die vind is alleen niet zo groot. Tot 1810, Napoleon en de burgerlijke stand, kun je iedereen wel vinden, zij het niet online. Daarvoor zijn er best vaak nog wel doop-, trouw- en begraafboeken die nog verder terug gaan. Voor 1700 wordt het zeldzaam, en kom je alleen in notariële akten e.d. nog mensen tegen. Mensen met land, met een huis. Mensen een functie als schepen, schout of baljuw. Mensen met een beroep waarvoor/-bij je moest schrijven. Adel.

Daardoor moet je soms wel verder terug dan 20 generaties om een gemeenschappelijke voorouder te vinden, omdat je in die 20e generaties de meeste van die voorouders niet kunt vinden.