Van Straten en de hoge burgerij
We verlaten Vleuten weer. Terug naar [Metje Wouters (1783-1824)], gehuwd met Cornelis Breij. Cornelis’ moeder was dochter van Cornelis Oosterlaak, gehuwd met Johanna Stevens van Rooije. Johanna’s vader [Steven Gerritsz van Rooyen (± 1675-1735)], die zelf ook land kocht en verkocht, huurde in 1716 een stuk land, gelegen aan het Huys te [Vuylcop, ridderhofstad].
Verhuurdster was [Anna Maria van Straten (< 1636-1722)], weduwe van Gerard van Rossum, in leven luitenant kolonel, een tijd gelegerd in Breda, en lid van de raad van Staten van Utrecht. Zijn vrouw was [Annigje Huyberts van Straten], waarmee de vraag rijst of ze wellicht familie waren.
Het lukt om voorouders van haar vader Huybert te vinden, en daar zit een bijna middeleeuwse [Jan van Camerick bij], die voor 1520 geboren moet zijn. Jan van Straten, gehuwd met Duyffgen den Ouden Jan van Camericksdochter, was apotecaris en [cameraer] der stadt Utrecht. Gegoede burgerij mogen we wel zeggen.
Ook van Anna Maria lukt dat na wat puzzelen. Doop-, trouw- en begraafboeken leveren niks op, maar uit notariële akten valt veel te halen. [Haar moeder] overleed vroeg, mogelijk in het kraambed, misschien van haar of dat van een jonger broertje of zusje dat het naar het zich laat aanzien dan ook niet heeft gered. Haar vader [Hendrick van Straten (?-1655)] hertrouwt en ze krijgt een [halfzusje]. Nog voor ze meerderjarig (mondig) is overlijdt ook haar vader. Verdere voorouders heb ik niet kunnen vinden, maar Henrick erfde van zijn broer [Christiaan], die domheer van Utrecht was.
Als kind al vermogend maakt ze nog voor haar huwelijk haar testament op (1656), aan haar tante, zus van haar moeder, die waarschijnlijk voor haar en haar zusje zorgde. Met de verplichting met die erfenis ook na haar dood voor haar halfzus te blijven zorgen. Kort na het opmaken van haar testament trouwt ze met [Gerard van Rossum (<1634-±1714)], en herroept dat testament. Gerard was kolonel, een tijd gelegerd in Breda, en later ook lid van(comparerende in) de raad van de [Staten van Utrecht]. Er volgenden 10 kinderen over een periode van 30 jaar, met erg chique aandoende namen. Haar moeders vader, Zeger was advocaat van het Hof van Utrecht geweest. Haar [tante huwt] met de schout van Vollenhoven, en ooms en tantes passeren de revue in de huwelijkse voorwaarden: advocaat, rentemeester, burgemeester, majoor. Ook hier kunnen we spreken van gegoede burgerij, helaas blijft onduidelijk of vader Henrick verwant was aan de apothecaris Jan van Straten: de bronnen ontbreken vooralsnog.