Pier Mosterman

Uit Voorouders
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Feiten

Jan Pieters (1723-± 1785) heeft patroniem Pieters of Piers, dus Pieterszoon, zoon van Pieter: hij had een vader die Pieter of Pier heette. Meer weten we niet. Van zoon Jan vinden we vermeldingen, maar geen geboorte-, huwelijks-, of overlijdensakten (op Ameland, wel een huwelijk in Sloterdijk), hij is afkomstig van Ameland, maar van vader Pieter is er niks.

In 1721 worden een Cornelis Jansen en een Claes Jansen Mosterman geregistreerd in het Sonttolregister. Zij zullen, schippers, verantwoordelijk voor schip, bemanning en lading, minstens 21 zijne en dus voor 1700 geboren zijn. Waarschijnlijk op Ameland. Het zou goed kunnen dat het de om de heen- en terugtocht van dezelfde Mosterman ging, al ligt een verwisseling van Cornelis (Kees) met Nicolaas (Claes) niet voor de hand. Mogelijk is Kees als Claes verstaan.

Dan waren er al voor 1700 Mostermannen op Ameland. Of en hoe ze familie waren...

Aannames

Misschien kwam Pier van Ameland, zijn zoon wel, als is niet zeker dat die er ook geboren werd. Misschien vernoemde hij zijn zoon naar zijn vader, en heette hij Pier Jansz. Vermoedelijk werd hij ca. 1693[1] geboren. Als we aannemen dat Mosterman verwijst naar het beroep mosterdman, op zijn Amelands zonder d, zijn er geen aanwijzingen dat zoon Jan mosterdman was. Misschien Pier, misschien zijn vader, misschien verder terug.

De vroege familie

Zeker weten we

                                [Pier (c1693-?)]
                                       |
                            [Jan Pieters (c1723-c1785)]
             /            /            |             \            \
[Pieter Jans]   [Leendert Jans]   [Foppen Jansen]  [Pier Jansen]  [Aukje Jans]
(1753-< 1834)     (1758-1844)       (±1759-1818)                  (1765-1845)
                       |
              [Amelander Mostermannen]

Waarvan de eerste drie met Anke Leenderts, de laatste twee met Dieuwke Symons. Alle levende Mostermannen op Ameland stammen af van Leendert.

Behalve Leendert Jans had hij uit het eerste huwelijk:

  • Pieter Jans, van wie twee kinderen bekend zijn, hen zien we, volwassen, gedoopt worden in Ballum, maar daarna ontbreekt elk spoor.
  • Foppe Jans, van wie een zoon Jan Foppes bekend is, die volwassen, gedoopt wordt in Nes, maar daarna ontbreekt elk spoor.

Uit zijn tweede huwelijk

  • Pier, die een dochter Dieuwke Piers kreeg die ongehuwd overleed.
  • Aukje Jans, wier kinderen ernstig gehandicapt zijn, zij overlijden jong en zonder nakomlingen.

De vroegste Mostermannen

Mogelijk waren Claes en Cornelis Jansen dezelfde persoon, mogelijk waren het broers. Er moet dus ook een vader Jan geweest zijn. Twee als ze geen broers waren en niet dezelfde persoon. Mogelijk was Pieter een broer, dat klopt qua leeftijd en dat zou kloppen met dat hij een zoon naar zijn vader vernoemde.

Als hij geen broer was, is het wel zeer waarschijnlijk dat zij familie waren, als geen broers dan neven. Dan waren er misschien wel 3 Jannen, of 2 Jannen en de vader van Pieter als die geen Jan heette.

                    [opa van Pier]
             /            |             \
[vader van Pier]   [vader van Claes]   [vader van Cornelis]
 /        \            /      \           /       \
Pier      broer?    Claes    broer?     Cornelis  broer?

Als Claes en Cornelis geen broers waren, is het onwaarschijnlijk dat hun vaders, beiden Jan, broers waren, want het is ongebruikelijk om twee kinderen dezelfde naam te geven. Dan zouden de twee Jans neven moeten zijn. Dat zou de familie nog groter maken dan hier boven. Het meest voor de hand ligt de meest eenvoudige theorie, die het minste personen veronderstelt: dat het broers waren.

Alle hedendaagse Mostermannen stammen af van Leendert Jans, zoon van Jan Pieters. Ook dat er geen andere afstammelingen bekend zijn (van Pieter, Claes en Cornelis) lijkt erop te wijzen dat de familie niet groot was. Aan de andere kant, van zoon Jan's vijf bekende kinderen, zijn er maar van één nakomelingen bekend. Het zou natuurlijk ook kunnen dat de familie weldegelijk zo groot was, maar dat maar 1 familielid de naam Mosterman kreeg/droeg/overleverde.

Dat er geen andere Mostermannen zijn kan komen omdat Pieter's vader, al dan niet met Pieter's opa en oma, degene was die de naam naar het eiland bracht. Ook kan het zijn dat hij de mosterdman was, en het nageslacht van zijn broers enkel de achternaam niet droeg.

Theoriën

Jan Pieters wordt vaak in Amsterdam genoemd, van de 14 vermeldingen in Sont staat er bij 6 dat hij van Amsterdam was (niet vertrek of bestemming, maar waar de schipper vandaan kwam), en bij 8 staat er Ameland. Dat schippers van de eilanden een andere herkomst, m.n. Amsterdam, opgaven blijkt vaak voor te komen. Cor Trompetter bekeek[2] het aandeel van schippers van de Waddeneilanden die de Sont passeerden en corrigeerde daarbij de afkomst als die bij verschillende doorvaarten verschillende plaatsen werd opgegeven.

Grote 'winnaars' zijn de latere Friese waddeneilanden: Terschelling, Ameland en Vlieland. Hoewel de schippers van de eilanden afkomstig waren, gaven ze gewoonlijk Amsterdam, Friesland of een nader aangeduide plaats op het Friese vasteland op als plaats van herkomst. Het werkelijk aandeel van schippers van de eilanden lag maar liefst twee tot drie maal zo hoog als uit de registratie blijkt. Ze nemen tezamen ongeveer 40 procent van de totatle Nederlandse Sontvaart voor hun rekening. De relatieve onderwaardering van de schippers van de Waddeneilanden bleef onveranderd bestaan tot het einde van de onderzochte periode. Het aandeel van de eilanden in de totale Sontvaart daalde echter dramatisch: van bijna 40 procent in de periode 1721-1723 tot ongeveer 10 procent in de jaren 1741-1743. Daarna deed zich nog even een opleving voor, maar aan het begin van de jaren 1760 was deze weer geheel ten einde. De sterke daling had te maken met de toenemende betrokkenheid van de Waddenschippers, eerst die van Terschelling en daarna die van Ameland, bij de walvisvaart [20]. Het ging hierbij in het bijzonder om de jacht in de Straat Davis, tussen het Amerikaanse continent en Groenland. Wanneer deze verschuiving precies plaats vond, blijkt niet ondubbelzinnig uit de bronnen betreffende de walvisvaart, maar als we activiteiten van de Waddenschippers in de Sontvaart als indicator nemen, dan zal ze in de jaren 1720-1730 haar beslag hebben gekregen. p 73/74

Hij trouwde met Anke in Sloterdijk. Kwam Jan naar Ameland, of Anke? De huwelijksakte vermeldt enkele ....Ameland. Waren de Mostermannen al veel langer op Ameland?

Peter de Grote

Het verhaal gaat in de familie dat de Mostermannen met tsaar Peter de Grote naar de Nederlands kwamen. Die bezocht met zijn gevolg in 1697-1698 Nederland, en later nog eens van 1716-1717.

Dat kan kloppen met een kind verwerkt in 1697 (Pier, vernoemd naar de tsaar?), dat op Ameland 35 jaar later zelf weer kinderen krijgt (Jan). Of een Pier die in 1716 blijft plakken, zich vestigt op Ameland en daar kinderen krijgt (Jan in 1723).

Er waren echter voor de komst van de tsaar al Mostermannen op Ameland. De Sontregisters noemen in 1721 en Claes Jans en een Cornelis Jans Mosterman, van Ameland. Dat doet vermoeden dat ze ook op Ameland zijn geboren en hun vader er toen ook al woonde. Dan moet Jan in 1697 met de tsaar zijn meegekomen, en in korte tijd, voor 1700, Pieter, Claes en Cornelis op Ameland hebben moeten krijgen. Er zijn ook eerder al Mostermannen in Amsterdam, Rotterdam, Hilversum, Alkmaar en Enkhuizen, zie 3, al zijn die waarschijnlijk niet verwant, maar het lijkt onwaarschijnlijk.

Van Amsterdam naar Ameland

Zoon van Pier, Jan is schipper op "de Jonge Pieter van Nes". Het schip is gebouwd in opdracht van Amsterdamse koopmannen, en (deels) eigendom van welgestelde Amsterdammers, zie bij zijn zoon. Ook zijn kleinzoon Pieter Jans is schipper op een Amsterdams schip. Beiden komen we tegen in de notariële archieven van Amsterdam. Kwam Jan uit Amsterdam of werkte hij er alleen maar?

Er was op 23-12-1715 een Pieter Janse Mosterman getuige bij de doop van Hillitie Bijl in Amsterdam. Het kan dus dat dat de vader was van Jan, dat die in Amsterdam woonde (of er alleen maar vaak kwam voor zijn werk), en zijn zoon Jan ging varen, en op Ameland belandde. Die Pieter zou, als in 1693 geboren, dan bij de doop 22 jaar oud geweest zijn, en 8 jaar later (1723) een zoon naar zijn vader, Jan, vernoemd kunnen hebben. Die doop was echter RK, en zoon Jan Piersoon was leraar en later oudste bij de Doopsgezinden. Natuurlijk kan het dat hij getuige was bij zijn scheepsmaat die tot een andere kerk behoorde.

Die Amsterdamse vader Jan, dan ergens geboren rond 1670, kan dan een vader gehad hebben, zeg Pieter, die rond 1640 geboren zou zijn. Misschien was dat dan een broer van Mariecken (doop 1635), dochter van Jan. Die Jan is mogelijk dezelfde als de Ian Pieters Mosterman van wie als vlotschuitvoerder/nachtwerker een penning bekend is (1646).

Familie? Jan, vader van Mariecken, zou dan een zoon of neef geweest kunnen zijn van Roeloff Barentsz. Diens ouders laten een erfenis na in 1627, Roeloff heeft een meerderjarige ongehuwde dochter Sijtgen. Zij is dan geboren voor 1606, Roeloff dan voor 1585, en zijn vader Barent dan voor 1564.

Aangenomen dat Barent ook in Amsterdam woonde, en alle Amsterdamse Mostermannen familie waren, zou Pier dan de 6e generatie Mosterman zijn. Zie onder 3 voor een fictieve Amsterdamse Mosterman familie.

Mogelijk zijn in twee akten Mostermannen onterecht als Mostertman vermeld, en behoren ook Jan Hansz en Dirck Gijsbertse tot de familie.

Dan kan het zijn dat Pier zich op Ameland vestigt en de Amelander tak van de Mostermannen begint, of dat zijn zoon Jan Pieters dat doet. Gezien het bestaan van Claes Jans en Cornelis Jans, is het echter waarschijnlijker dat er zeker al een generatie eerder Mostermannen op Ameland waren.

Van Ameland naar Amsterdam

Het kan natuurlijk ook goed andersom zijn: de Mostermannen komen van Ameland, en varen ook in 1740 al eeuwen op handelsschepen langs de kust, zie 5. Zodoende zijn er al vele generaties eerder ook een paar in Amsterdam neergestreken, de Amsterdamse Mostermannen stammen dan af van de Amelandse, alleen de Amsterdamse archieven zijn beter bewaard gebleven. Hetzelfde geldt dan mogelijk voor de Mostermannen in bijv. Enkhuizen, en Alkmaar.

Het feit dat in 1721 twee Mostermannen (Cornelis en Claes) "van Ameland" met een vader Jan in Sont geregistreerd worden doet vemoeden dat er al rond 1660 minstens één Jan Mosterman werd geboren en op Ameland een zoon kreeg. Jan Jans Mosterman oppert dat Cornelis en Claes mogelijk dezelfde persoon zijn op de respectievelijk heen en terugreis. Doorgaans is een Cornelis echter een Kees en een Claes komt van Nicolaas, al kan Kees als Claes zijn verstaan. Het is in elk geval niet onwaarschijnlijk dat Pieter ook op Ameland werd geboren.

Achternamen De meeste mensen op Ameland hadden in die tijd geen achternaam: in de kleine populatie waren voornaam en patroniem voldoende onderscheidend. De enkelingen die wel een achternaam hadden kwamen ofwel van de wal (Metz) waar in de steden meer behoefte was aan een achter- of bijnaam, of ze werden naar hun beroep genoemd (Bakker, Molenaar, Visser, Kooy/Kooiker). Valt er op Ameland genoeg mosterd te verkopen voor een mosterdman? Zie 4.

Pas halverwege de 18e eeuw zie je in de Amelander doopboeken dat de familienamen snel gebruikelijker worden. Het zou kunnen dat de zeemannen en m.n. schippers, die zich havens moesten laten registreren, meer behoefte hadden aan een achternaam, al zie je in de meeste akten van begin 1700 zeelui met alleen voornaam en patroniem, zo ook bij de commandeurs.

Van elders naar Ameland

Waren er voor die tijd elders al Mostermannen, die zich op Ameland gevestigd kunnen hebben? Gezocht naar niet Amelandse Moster(t)mannen geboren voor ca. 1750, gerangschikt naar herkomt en verdeeld over generaties. Was het familie, waar kwamen ze vandaan, zijn ze linken aan Ameland? Het is mogelijk, er zijn geen concrete aanwijzingen gevonden, zie onder 3.

Generaties en "stambomen" per stad

Bij het zoeken naar connecties heb gezocht naar personen met de achternaam voor 1700, die vervolgens gegroepeerd per start en ingedeeld in 'generaties'. Die generaties zeggen dan iets over mogelijke familiebanden, en namen en vernoemingen kunnen daar ook aanwijzingen voor geven.

Amsterdamse "generaties":

1550
Barent
Jan Dircxs
1580
Roeloff Barentsz, zusters Aeltien en IJtgen
Dirck Jans
1610
Jan
Ian Pieters, vlotschuitvoerder en nachtwerker, mogelijk dezelfde als ^^
Gijsbert
1640
Mariecken
Jan Hansz (MosterTman)
Dirck Gijsbertse
1670
Jan Dircx
1700
Pier/Pieter
1730
Jan Pieters
Jan, Jurriaen
Eerdewijn
1760
Pieter Jans
Gerrit Hendriks
Hermanus
1790
Gerrit

Pieter, Jan Pieters en Pieter Jans lijken Amelandse Mostermannen te zijn, een link met andere Amsterdammers is niet gevonden.

Jurriaen en Gerrit Hendriks waren neven en kwamen net als Hermanus uit Gehrden, Hannover. Gerrit (1783) was een zoon van Gerrit Hendrik. Jan Mosterman uit Osnabrugge met Barendiena Smit blijkt een broer van Jurriaen en kwam mogelijk ook uit Gehrden.

Er lijken dan nog drie "lijnen",

  1. Barent, Roeloff;
  2. Gijsbert, Dirck, Jan; en
  3. Jan, Mariecken

die niet aan de Amelanders te linken zijn. Nog een Eva Mosterman weduwe van Evert Veneman.

Alkmaar

1550
Ysbrandt, Jan
1580
Gerret Ysbrandtsz, Jacbob Jansz

Mogelijk allemaal familie, en, gezien de sterfgevallen, misschien een epidemie niet overleefd.

Enkhuizen

1590
Gerrit
1620
Dirckje Gerrits

Hilversum

1640
Willem Mosterman x Geertie Gerberts
1670
Jan Willems Mosterman, Hilversum x Geertruij Claesen de Beer

Zie Jan Willems voor speculatie over latere generaties.

Rotterdam

1580
Jan Dircxsz
1610
Adriaen Claesz
Antonis Jans
Pieter Ariensz
1640
Ariaen Ariensz
Claes Ariensz

Zeg ken jij de Mosterdman, Mostertman, Mosterman

De Rotterdammers lijken rond 1600 behalve patroniem veelal hun beroep te bezigen. Velen waren (de) mosterdman of mostertman (Frans Meurs). Bij sommigen verwordt dat tot de familienaam, en langzaam wordt dat Mosterman (Ariens).

Eerder collegae dan familie dus.

Mostertman, Mosterman, zeeman Adriaen Claesz (*±1615) is zeeman/schipper maar wordt ook mostertman genoemd. Mogelijk was zijn vader Claes dan "van het Gilde" van mosterdmannen. Ze wonen aan de haven, zijn vrouw verkoopt mosterd: Adriaen was "in de clan" getrouwd, zoals destijds gebruikelijk. Ook zijn zoons (als het zoons waren, niet gewoon matrozen) Ariaen en Claes gaan mee op zee (*1640), en Claes zien we later als schipper Sont passeren. Kan, maar of Claes zoon van Adriaen was weten we niet.

Allen die zullen te kapen varen, Jan, Pier, Claes en Cornelis

De vrouw van Adriaen had een vader Jan, waardoor het goed kan dat ze ook een zoon Jan kregen, die miscchien vader was van deze Pier. En misschien wel dezelfde als de vader van Claes en Cornelis Jansen die Sont aandoen in 1721, die misschien ook wel Pieters vader was.

Dan zijn de Rotterdamse mosterdmannen zeemannen geworden, gaan varen, en heeft er zich één op Ameland gevestigd, waarschijnlijk in de tijd van de 80 jarige oorlog, waar die oorlog op heerlijkheid Ameland misschien wat verder weg leek. Wie weet.

Vikingen

De vroege Mostermannen waren schippers en timmermannen. Mogelijk, zie 3.5.1, werd een Amelandse voorouder "de Mosterman". Of van alle Jannen of Pieters, was hij degende die ook mosterd maakte. Al heette zijn ouders dan geen mosterdman, al kwamen zijn ouders van het eiland, uiteindelijk kwamen ze van elders. Hoe en waarvandaan?

Ook zonder boot kon je naar Ameland komen, een aantal mooie verhalen:

Nog vroeger kon je lopen naar Ameland, het was ooit zelfs geen eiland, al zal zelfs toen de tocht niet gemakkelijk geweest zijn zonder schip. Vermoedelijk was het het Sint Luciavloed, op Terschelling de St. Hubertusvloed genoemd, die het gat van de Waddenzee en de Zuiderzee sloeg.

Voor 1250 was het grootste deel van Friesland en Holland nat en moerassig: Nederland werd immers veroverd op het water met dijken en molens. De Friezen bouwden op terpen. Ook al voor de vloed werd er door de bevolking gewerkt aan een verdedigingslinie tegen de Noormannen. De Friese gebieden hebben immers een tijd onder het bewind van Vikingkoningen als Rorik en Godfried gestaan.

Volgens de legendes over Magnus Forteman en Roorda van Genum zouden de Friezen destijd ook gevochten hebben tegen de Saracenen voor Karel de Grote.

In die tijd, toen Nederland/Friesland werd ingelijfd bij het rijk van Karel de Grote, was er nog geen waddenzee en waren er nog geen eilanden, al zullen delen enkel per boot bereikbaar geweest zijn.

De graven van Holland kwamen voort uit de graven van Holland en Friesland, en uit de graven en koningen van Friesland. Het Huis van Egmond speelt daarin een belangrijke rol. De eigen geschiedschrijving van het geslacht van Egmond beschrijft, wellicht niet waarheidsgetrouw, de vroege Friese (Nederlandse) geschiedenis.

Het is zeer voorstelbaar dat de Friezen en de Deense "vikingen" culturele overeenkomsten hadden en zelfs afstamming deelden. Zo staat op p62 beschreven dat koning Radboud een Fostatempel op Ameland in ere hersteld. Dat was dus nog voor de kerstening, toen nog goden aanbeden werden die waarschijnlijk veel weg hadden van de Germaanse en Noorse goden.

Op p65 staat beschreven dat Gundebold of Gondobaldus, kleinzoon van Radboud, een dochter Tecla had die vrouwe was van Ameland, en gehuwd met Hajo Camminga. Volgens sommigen stambomen waren Radboud, zijn zoon en Gondobaldus gehuwd met Deense vikingen. De naam Camminga komt voor onder de legendarische Potestaten van Friesland (Reinier Ritske), maar ook veel later nog waren zijn heren van Ameland.

Het is daarmee voorstelbaar dat Ameland, net als de andere waddeneilanden, al in de 6e en 7e eeuw werden bewoond, door "Friezen" een volk verwant aan de Deense vikingen. Dat die daar ook na de Sint Luciavloed in de 13e eeuw, toen het waddeneilanden werden, geschieden van de wal, zijn blijven wonen. Dat zij 1000 jaar lang zeemannen en timmerlieden voortbrachten, en grotendeels zelfvoorziendend leefden van de zee, en handel dreven met andere kuststeden. Dat Amelanders afstammen van koning Radboud I en Ivar "Vidfamme" Halfdansson, uit Hervarar Saga.

Beroep

De meeste eenvoudige verklaring is doorgaans de beste. Mosterdman is beroep. Beroepen worden vaak achternaam. Een mosterdman zul je vooral in grote steden hebben, en niet op Ameland want hoeveel potje mosterd kun je slijten op Ameland begin 1700? Daarop baseerdede ik de hypothese dat de Rotterdamse Moster(d)mannen op Ameland terecht kwamen. Wat blijkt... misschien waren er toch mosterdmannen op Ameland:

In het ‘Register der patentschuldigen in de gemeente Ameland’ uit 1859 tot 1868 lezen we dat er jaarlijks aan vier tot vijf hand-mosterd-molenaars (patent)recht werd verleend om dit vak uit te oefenen en de mosterd te verkopen. Ook werd er in Hollum in 1849 een mosterdmolen gebouwd, waaraan later toestemming werd verleend om granen te malen. Deze molen stond op het dak van een schuur aan de noordkant van het dorp niet ver van ‘De Verwachting’ Het is verder opvallend dat alleen in het dorp Hollum patenten werden verleend aan hand-mosterdmolenaars, in de drie andere dorpen worden ze niet vermeld. Alhoewel daar geen duidelijke aanwijzingen voor te vinden zijn, mogen we er vanuit gaan dat er in het verleden mosterdzaad op Ameland werd verbouwd. Naar mijn mening zal dit, gezien de patentrechten, hoofdzakelijk op het westelijke deel van het eiland hebben plaatsgevonden.

Dan zal er toch aardig wat mosterdzaad verbouwd zijn, import ligt niet voor de hand. Dan zal niet in 1840 het eerst veldje zijn ingezaaid, en werd er "al langer" mosterdzaad verbouwd en vermalen. Dat zal dan niet uitsluitend voor eigen consumptie geweest zijn, maar er zal in Amsterdam toch zeker een markt voor geweest zijn, en elke export mogelijkheid was natuurlijk welkom op een eiland, dat voor veel zaken van import afhankelijk is. Mogelijk werd er al ver voor 1849 mosterdzaad verbouwd en vermalen, en vindt de naam daar zijn oorsprong. Dan waren er dus ook... mosterdmalers, mosterdmolenaars, mosterdhandelaars.

Het zou kunnen dat er dan vroeg in 1680 al Moster(d)mannen waren, die mogelijk zelfs hun Amelandse mosterd in Amsterdam aan de man brachten. Op zoek naar meer over Amelander mosterd(zaad).

"Eeuwenlang groeide het aantal regels voor het maken van mosterd. Vervuiling bleef tot het midden van de zestiende eeuw een groot probleem, toen regels werden vastgesteld dat alle materialen die nodig waren voor het produceren van mosterd schoon moesten zijn. In 1658 kwamen er regels die de mosterdproducenten moesten beschermen, en werd het een overtreding als je zomaar mosterd maakte. Ondanks de wijdverbreide acceptatie van mosterd en de regels voor de produktie, verminderde de populariteit in het begin van de achttiende eeuw. In Parijs werden er nog goede zaken gedaan, maar over het algemeen was de interesse verdwenen, deels door de nieuwe specerijen die beschikbaar kwamen uit Amerika en het Verre Oosten. De markt herstelde zich en de stad Dijon werd de mosted-hoofdstad toen in 1856 Jean Naigeon de azijn verving door ver jus (het sap van onrijpe druiven)."

Het herstel van de populariteit van mosterd valt ruwweg samen met de bouw van de molen in 1849. Vanaf 1658 moest je dus als "mosterdman" worden aangewezen om mosterd te mogen maken, een halve eeuw later zakte de vraag in, daalde prijs en waren er ongetwijfeld mosterdmannen die iets anders voor de kost moeten gaan doen. Misschien was Pieter wel de laatste mosterdman, net als zijn vader voor hem, en gingen zijn broers varen.

Het Grafelijkheidsrekenkamer: Windrechten vermeldt een Cornelis Abrahamsz. Backer die in 1723 het recht krijgt om een mosterdmolen te bouwen in Krommenie. Geen molen gevonden op Ameland, Amelant, Nes, Hollum, Holm, Ballum, Balm. Het kan dat er "met de hand" werd gemalen (hand-mosterd-molenaars), en dat die molens niet met windkracht werden aangedreven, maar letterlijk met de hand of bijv. met een paard, ezel, os etc. Het kan goed dat e.e.a. niet op grote schaal gebeurde, en dat het geen voltijd beroep was, er werd een keer paar jaar een tonnetje gemaakt, en daar kon het dorp dan mee vooruit.

Noten

  1. Die 1693 komt waarschijnlijk van "30 jaar voor 1723" en dat jaartal circuleert op MyHeritage als geboortejaar van Jan Pietersz.
  2. Eén grote familie: doopsgezinde elites in de Friese Zuidwesthoek 1600-1850, 2007, Uitgeverij Verloren, p 71 e.v.