Het ontstaan van de vrije heerlijkheid Ameland: verschil tussen versies

Uit Voorouders
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 2: Regel 2:


== 1.1 De machtszetel van Ballum ==
== 1.1 De machtszetel van Ballum ==
Op de plaats waar zich tegenwoordig het gemeentehuis van Ballum bevindt, lag in de vijftiende eeuw de machtszetel van de heren van Ameland. Hier stond het latere [https://nl.wikipedia.org/wiki/Camminghaslot Cammingaslot], ook bekend als ''Jelmerastate''. Vanuit deze locatie werd het eiland bestuurd door leden van de familie Camminga, die zich in de loop van de vijftiende eeuw wisten te ontwikkelen tot ''heren van de vrije heerlijkheid Ameland''. Deze positie werd uiteindelijk formeel bevestigd door de Bourgondische hertog [https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_de_Stoute Karel de Stoute].
Op de plaats waar zich tegenwoordig het gemeentehuis van Ballum bevindt, lag in de vijftiende eeuw de machtszetel van de heren van Ameland. Hier stond het latere [https://nl.wikipedia.org/wiki/Camminghaslot Cammingaslot], ook bekend als ''Jelmerastate''. Vanuit deze locatie werd het eiland bestuurd door leden van de familie Camminga, die zich in de loop van de vijftiende eeuw wisten te ontwikkelen tot ''heren van de vrije heerlijkheid Ameland''. Deze positie werd uiteindelijk formeel bevestigd door de Bourgondische hertog [https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_de_Stoute Karel de Stoute].


In de historiografie wordt deze situatie vaak als uitgangspunt genomen, maar zelden wordt verklaard hoe deze machtspositie tot stand kwam. De macht van de Camminga’s was geen plotselinge creatie, maar het resultaat van een langdurig proces van machtsopbouw, dat zich grotendeels buiten de reguliere Friese rechtsstructuren voltrok. De wortels van dit proces liggen bij een oudere familie, die in de bronnen voorkomt onder de naam ''Jelmera''.
In de historiografie wordt deze situatie vaak als uitgangspunt genomen, maar zelden wordt verklaard hoe deze machtspositie tot stand kwam. De macht van de Camminga’s was geen plotselinge creatie, maar het resultaat van een langdurig proces van machtsopbouw, dat zich grotendeels buiten de reguliere Friese rechtsstructuren voltrok. De wortels van dit proces liggen bij een oudere familie, die in de bronnen voorkomt onder de naam ''Jelmera''.
---


== 1.2 Ameland en de Friese rechtsstructuur ==
== 1.2 Ameland en de Friese rechtsstructuur ==
Middeleeuws Friesland kende een verfijnd systeem van rechtsomgangen, vierendelen en rechtvoerende staten. In deze structuur speelden stinzen en states een centrale rol als juridische en bestuurlijke machtscentra. Ameland nam hierin echter een uitzonderlijke positie in.
Middeleeuws Friesland kende een verfijnd systeem van rechtsomgangen, vierendelen en rechtvoerende staten. In deze structuur speelden stinzen en states een centrale rol als juridische en bestuurlijke machtscentra. Ameland nam hierin echter een uitzonderlijke positie in.


Regel 16: Regel 12:


Juist deze combinatie van vrijheid en onzekerheid verklaart waarom Ameland in de vijftiende eeuw het toneel werd van een uitzonderlijk proces: de geleidelijke transformatie van lokaal familiebezit tot een erkende vrije heerlijkheid.
Juist deze combinatie van vrijheid en onzekerheid verklaart waarom Ameland in de vijftiende eeuw het toneel werd van een uitzonderlijk proces: de geleidelijke transformatie van lokaal familiebezit tot een erkende vrije heerlijkheid.
---


== 1.3 De centrale onderzoeksvraag ==
== 1.3 De centrale onderzoeksvraag ==
Dit artikel onderzoekt de volgende vraag:
Dit artikel onderzoekt de volgende vraag:


Regel 26: Regel 19:


Daarbij staan niet alleen personen centraal, maar vooral de overdracht van rechten, goederen en machtsposities. Namen als ''Jelmera'', ''Unga'' (ook ''Jonga'', ''Unia'') en ''Camminga'' fungeren in de bronnen niet louter als familienamen, maar ook als aanduidingen van bezit, rechtsbevoegdheid en politieke invloed.
Daarbij staan niet alleen personen centraal, maar vooral de overdracht van rechten, goederen en machtsposities. Namen als ''Jelmera'', ''Unga'' (ook ''Jonga'', ''Unia'') en ''Camminga'' fungeren in de bronnen niet louter als familienamen, maar ook als aanduidingen van bezit, rechtsbevoegdheid en politieke invloed.
---


== 1.4 Genealogie als middel, niet als doel ==
== 1.4 Genealogie als middel, niet als doel ==
De beschikbare bronnen uit de veertiende en vijftiende eeuw laten geen ononderbroken genealogische lijn zien. Oorkonden en rechtsomgangen noemen personen doorgaans in hun functie als eigenaar, rechter of vertegenwoordiger, zonder expliciete vermelding van verwantschappen.
De beschikbare bronnen uit de veertiende en vijftiende eeuw laten geen ononderbroken genealogische lijn zien. Oorkonden en rechtsomgangen noemen personen doorgaans in hun functie als eigenaar, rechter of vertegenwoordiger, zonder expliciete vermelding van verwantschappen.


Regel 39: Regel 29:


Dit artikel beoogt daarom geen sluitende genealogie te presenteren, maar een historisch plausibele reconstructie. Hypothesen worden expliciet als zodanig benoemd en steeds getoetst aan de juridische en geografische context waarin zij functioneren.
Dit artikel beoogt daarom geen sluitende genealogie te presenteren, maar een historisch plausibele reconstructie. Hypothesen worden expliciet als zodanig benoemd en steeds getoetst aan de juridische en geografische context waarin zij functioneren.
---


== 1.5 Van Jelmera-stins tot Camminghaslot ==
== 1.5 Van Jelmera-stins tot Camminghaslot ==
De ontwikkeling die in dit artikel wordt gevolgd, laat zich in hoofdlijnen als volgt schetsen:
De ontwikkeling die in dit artikel wordt gevolgd, laat zich in hoofdlijnen als volgt schetsen:


Regel 53: Regel 40:


Deze ontwikkeling vormt de rode draad van de volgende hoofdstukken.
Deze ontwikkeling vormt de rode draad van de volgende hoofdstukken.
---


== 1.6 Afbakening en bronnen ==
== 1.6 Afbakening en bronnen ==
Dit artikel bestrijkt de periode van circa 1300 tot circa 1470. De nadruk ligt op:
Dit artikel bestrijkt de periode van circa 1300 tot circa 1470. De nadruk ligt op:



Versie van 14 dec 2025 15:32

Hoofdstuk 1 — Van Jelmera tot Camminga: de opkomst van de heerschappij Ameland

1.1 De machtszetel van Ballum

Op de plaats waar zich tegenwoordig het gemeentehuis van Ballum bevindt, lag in de vijftiende eeuw de machtszetel van de heren van Ameland. Hier stond het latere Cammingaslot, ook bekend als Jelmerastate. Vanuit deze locatie werd het eiland bestuurd door leden van de familie Camminga, die zich in de loop van de vijftiende eeuw wisten te ontwikkelen tot heren van de vrije heerlijkheid Ameland. Deze positie werd uiteindelijk formeel bevestigd door de Bourgondische hertog Karel de Stoute.

In de historiografie wordt deze situatie vaak als uitgangspunt genomen, maar zelden wordt verklaard hoe deze machtspositie tot stand kwam. De macht van de Camminga’s was geen plotselinge creatie, maar het resultaat van een langdurig proces van machtsopbouw, dat zich grotendeels buiten de reguliere Friese rechtsstructuren voltrok. De wortels van dit proces liggen bij een oudere familie, die in de bronnen voorkomt onder de naam Jelmera.

1.2 Ameland en de Friese rechtsstructuur

Middeleeuws Friesland kende een verfijnd systeem van rechtsomgangen, vierendelen en rechtvoerende staten. In deze structuur speelden stinzen en states een centrale rol als juridische en bestuurlijke machtscentra. Ameland nam hierin echter een uitzonderlijke positie in.

Het eiland maakte geen vast onderdeel uit van de rechtsomgangen van Franekeradeel of Oostergo. Hierdoor ontbrak een structurele inbedding in het Friese rechtssysteem. Deze perifere positie bood ruimte voor autonome machtsvorming, maar maakte die macht tegelijk kwetsbaar zolang zij niet door een externe landsheer werd erkend.

Juist deze combinatie van vrijheid en onzekerheid verklaart waarom Ameland in de vijftiende eeuw het toneel werd van een uitzonderlijk proces: de geleidelijke transformatie van lokaal familiebezit tot een erkende vrije heerlijkheid.

1.3 De centrale onderzoeksvraag

Dit artikel onderzoekt de volgende vraag:

Hoe ontwikkelde zich op Ameland een autonome machtspositie die uiteindelijk werd erkend als een vrije heerlijkheid, en welke rol speelden de families Jelmera, Unga en Camminga in dit proces?

Daarbij staan niet alleen personen centraal, maar vooral de overdracht van rechten, goederen en machtsposities. Namen als Jelmera, Unga (ook Jonga, Unia) en Camminga fungeren in de bronnen niet louter als familienamen, maar ook als aanduidingen van bezit, rechtsbevoegdheid en politieke invloed.

1.4 Genealogie als middel, niet als doel

De beschikbare bronnen uit de veertiende en vijftiende eeuw laten geen ononderbroken genealogische lijn zien. Oorkonden en rechtsomgangen noemen personen doorgaans in hun functie als eigenaar, rechter of vertegenwoordiger, zonder expliciete vermelding van verwantschappen.

Toch is genealogisch onderzoek onmisbaar om:

  • eigendomsoverdrachten te begrijpen;
  • rechtstitels te duiden;
  • continuïteit in machtsposities zichtbaar te maken.

Dit artikel beoogt daarom geen sluitende genealogie te presenteren, maar een historisch plausibele reconstructie. Hypothesen worden expliciet als zodanig benoemd en steeds getoetst aan de juridische en geografische context waarin zij functioneren.

1.5 Van Jelmera-stins tot Camminghaslot

De ontwikkeling die in dit artikel wordt gevolgd, laat zich in hoofdlijnen als volgt schetsen:

  • De Jelmersma-stins bij Dongjum fungeerde reeds rond 1300 als rechtvoerende staat binnen Franekeradeel.
  • In het begin van de vijftiende eeuw wordt het recht van deze stins gevoerd door vertegenwoordigers, waaronder leden van de families Rodmersma en Jonga (Unga).
  • Tegelijkertijd verschijnen personen met de namen Jelmera en Unga op Ameland, waar zij over omvangrijk bezit beschikken en zich grotendeels aan de Friese rechtsstructuur onttrekken.
  • Rond 1425 ontstaat op Ameland een nieuwe machtszetel: de Jelmera-stins te Ballum, later bekend als het Camminghaslot.
  • Via erfopvolging, huwelijkspolitiek en bestuurlijke consolidatie komt deze machtspositie uiteindelijk terecht bij Hayo Camminga, die haar weet te legitimeren door erkenning van Bourgondische zijde.

Deze ontwikkeling vormt de rode draad van de volgende hoofdstukken.

1.6 Afbakening en bronnen

Dit artikel bestrijkt de periode van circa 1300 tot circa 1470. De nadruk ligt op:

  • oorkonden uit de Oorkondenboeken van Friesland (OFO II–III);
  • rechtsomgangen van Franekeradeel;
  • testamenten en eigendomsakten;
  • secundaire literatuur, met name het werk van P.N. Noomen en oudere genealogische reconstructies (o.a. Ferwerda).

Latere ontwikkelingen binnen de familie Camminga worden slechts behandeld voor zover zij direct bijdragen aan het begrip van de machtsvorming op Ameland.

Hoofdstuk 2 — De Jelmera-stins en haar rechtspositie

2.1 De Jelmersma-stins bij Dongjum

  • Ontstaan rond 1300
  • Aanduidingen: dae alda stinse, Jelmera staeten
  • Ligging in de terpbuurtschap Bootwerd
  • Verbonden met de rechtvoerende staten Bootwerd, Jelmersma en Lyomawrdstera

2.2 Jelmera binnen de rechtsomgangen van Franekeradeel

  • Plaats van de stins binnen Downinghama
  • Vierendelen en eedplaatsen
  • Relatie tot Dongjum en Franeker
  • Functie van de stins als juridische zetel

2.3 Vertegenwoordiging van het recht: Rodmersma en Jonga

  • Tjalling Rodmersma als rechter in 1410
  • Tjaerd Jonga als rechtvoerder in 1423–1429
  • Het onderscheid tussen eigenaar en rechtvoerder
  • Afwezigheid van de eigenaar in de bronnen

2.4 De verdwijning van Jelmera uit Franekeradeel

  • Laatste vermeldingen van Jelmera-stins (1433)
  • Overgang van bezit naar kerkelijke fondsen
  • Structurele verplaatsing van machtsbasis

2.5 Vooruitblik: de verplaatsing van macht naar Ameland

  • Parallelle aanwezigheid van Jelmera/Unga op Ameland
  • Afname van directe betrokkenheid bij Franekeradeel
  • Overgang naar een autonoom machtsgebied