Limburgse Kiewied roots: verschil tussen versies
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
===Palmen uit Sittard=== | ===Palmen uit Sittard=== | ||
In het stukje over [[Weesp]] zagen we dat comies Pieter Kiewied (1875-1927), IV, in Weesp kinderen kreeg. Zoon Theo (1910-1988), III, werd koopman en huwde in Sittard met [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I12049.php Wies Palmen (1918-2001)]. Haar voorouders in de mannelijke lijn vinden we terug in | In het stukje over [[Weesp]] zagen we dat comies Pieter Kiewied (1875-1927), IV, in Weesp kinderen kreeg. Zoon Theo (1910-1988), III, werd koopman en huwde in Sittard met [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I12049.php Wies Palmen (1918-2001)]. Haar voorouders in de mannelijke lijn vinden we terug in Broeksittard tot het begin van de burgelijke stand (VII). De [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I12412.php moeder van haar vaders grootmoeder] langs moederszijde (± 1822-1874) kwam uit Uetterath in Duitsland, een hele dag lopen van Sittard. | ||
Die Jan Joseph (1821-1888), had nog een vader Hendrik (1798->1853) uit Oirsbeek, grootvader Theodoor (±1766-1820) en overgrootvader Jan, geboren voor 1730 en waarschijnlijk in Amstenrade, want daar is de zus van Theodoor geboren. | |||
===Signet uit Maastricht=== | ===Signet uit Maastricht=== | ||
Regel 8: | Regel 9: | ||
===Limbricht=== | ===Limbricht=== | ||
De moeder van Wies kwam uit Limbricht. De familie is daar tot vroeg in de 18e eeuw terug te vinden. De overgrootvader (VII) van die moeder, [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I12401.php Cornelis Dirks (±1757-1832)] was boer te Limbricht. Zijn vrouw, Aldegunda van den Bongard (1756-1836), was eerder gehuwd geweest met een Severinus Schmitz, terwijl haar moeder Helena Schmeits (1729-1789) was en haar grootvader een Johannes Smeets, IX, was. Je hoort het Limburgs er bijna in terug. | De moeder van Wies kwam uit Limbricht. De familie is daar tot vroeg in de 18e eeuw terug te vinden. De overgrootvader (VII) van die moeder, [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I12401.php Cornelis Dirks (±1757-1832)] was boer te Limbricht. Zijn vrouw, Aldegunda van den Bongard (1756-1836), was eerder gehuwd geweest met een Severinus Schmitz, terwijl haar moeder Helena Schmeits (1729-1789) was en haar grootvader een Johannes Smeets (1659-1729), IX, was. Je hoort het Limburgs er bijna in terug. | ||
===Smeets uit Hoensbroek=== | ===Smeets uit Hoensbroek=== | ||
Helena, en haar drie achtereenvolgende voorvaderen Johannes Smeets kwamen uit Hoensbroek, net als de vrouw van die | Helena, en haar drie achtereenvolgende voorvaderen Johannes Smeets (1621-1692), X, kwamen uit Hoensbroek, net als de vrouw van die oudste Johannes, [https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I23645.php Maria Aelmans (1621-± 1659)], ook in Hoensbroek geboren. | ||
===Aelmans uit Heerlen=== | |||
[https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-ploeg-mosterman/I23649.php Dirk (±1594-1630)], de vader van Maria Aelmans is geboren in Heerlen, net als zijn vader Jacobus en diens vader Johannes, XIII, die rond 1520 geboren moet zijn. | |||
===Van den Esschen=== | |||
Dirk was getrouwd met Catharine van den Esschen (1596-±1650), en over haar wordt verteld in [http://web.archive.org/web/20200925231825/https://helletocht.wordpress.com/2017/10/ Huize ten Esschen deel 12]. <blockquote>In de periode 1519-1537 is ''Lens van den Neschen schepen'' bij de schepenbank van Heerlen (Lijst van schepenen Heerlen, *Rijckheit). Lens en Mettel krijgen een kind in 1530, Joannes geheten. Joannes trouwt de in 1535 geboren Catharina Putters. In 1569 krijgen zij ook een jongetje, Gisbertus. Zijn vader Joannes van Esschen overlijdt te Heerlen in 1603. Gisbertus trouwt met de eveneens in 1569 te Heerlen geboren Gertrudis Slypen. Uit hun huwelijk wordt in 1596 een dochter Catharina genaamd geboren, die op een onbekend tijdstip te Hoensbroek overlijdt. De stamboom van Felder-Hamers geeft aan dat er ca. 1570 uit hun huwelijk nog een zoon genaamd Matthias geboren zou zijn. In de stamboom Hoensbroeck-ten Esschen-van Eijs, wordt echter alleen Catharina genoemd. Deze Catharina huwt Theodorus Aelmans, zoon van de in 1556 (Kreijns) geboren Jacobus Aelmans. Daarmee houdt de mannelijke afstamming van deze familie ten Esschen op.</blockquote> | |||
====Intermezzo - het [https://nl.wikipedia.org/wiki/Feodalisme#Afbraak_van_de_feodaliteit feodale leenstelsel]==== | |||
De familie Ten Esschen, ook Van den Esschen, of Van Nesschen, ontleent haar naam aan een boerderij. Leen. Goed. Een boerderij kun je huren, of pachten. In de middeleeuwen, want daar zitten we bijna, ging dat via het feodale stelsel: god leent de aarde aan de mens, wier hoogste gezag de keizer is, daaronder de koningen, daar weer onder de graven, die weer leenheren hebben, die de ''lenen'' van hun gebied beheren: beheer en administratie en het innen en afdragen van de belasting, doorgaans in de vorm van ''tienden'', 10% van de oogst. | |||
Het 'geleende' was een ''goed'', of landgoed, in de zin van onroerend goed. Meestal geen landhuis met een oprijlaan. Wie mocht er dan land lenen? Dat was doorgaans vriendjespolitiek. En nog veel vaker familiepolitiek. Vaak waren dat bastaardkinderen, of jongere zoons, want de oudste en echte kinderen erfden de bezittingen, titels en baantjes. De rest moest het stellen met middelen om in elk geval inkomen te verwerven. | |||
Een leen, of pacht, was meestal een erfpacht: het ging van vader op zoon, waardoor een familie dus generaties lang op dezelfde plek woonde. En er dus ook vaak zijn naam aan ontleende. | |||
Het goed te Esschen, waar de familie woonde, is nog steeds op de [https://www.topotijdreis.nl/kaart/1852/@193833,323408,9.84 kaart te vinden], net boven Voerendaal: Ten Esschen. De [https://nl.wikipedia.org/wiki/Ten_Esschen_(buurtschap)#Hoeve_Ten_Esschen Hoeve Ten Esschen] is ook te vinden op Wikipedia, onder 'Geschiedenis' wat ik net verteld heb, en inclusief een nog wat verdere voorvader Reyner (toeval dat Theodoor Palmen zijn zoon in 1807 Reiner noemt?), die we kunnen aanhaken via de bovengenoemde blog: | |||
<blockquote>De voorheen genoemde Reyner II, de zoon van de in 1466 gestorven Lens van den Esschen, trouwde evenals zijn vader met een ons onbekende vrouw. Zij kregen in 1490 een kind dat de naam Lens kreeg (Laurentius). Wanneer zoon Lens overleed is niet duidelijk. De eerder in 1372 genoemde Reynart van den Esschen, is mogelijk de (over)grootvader van de hier vermelde Reyner #2. Zoon Lens van Esschen wordt in 1519 als leenman van het goed ten Esschen genoemd. Lens trouwde in 1515 met Mettel (Mechtildis) van Rodenbroeck. Ze werd in 1495 geboren als dochter van Gillis van Rodenbroeck (1460-ca.1518). In 1518, het waarschijnlijke jaar van overlijden van de vader van Mettel, verheft Lens als momboir (voogd) van zijn echtgenote het leen Rodenbroeck, na ‘’sterffenisse op Rodenbroich’’. Haar broer Gilles was op dat ogenblik nog minderjarig. Vrouwen konden in deze tijd nog niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Als een vrouw niet gehuwd was, koos ze meestal een familielid om voor haar op te treden bij juridische aangelegenheden. De momboir trad meestal alleen op voor de rechtshandeling in kwestie. Hij was dus geen voogd in de algemene zin des woords.</blockquote> | |||
===Rodenbroeck=== | |||
Voordat we verder gaan met huis Van Esschen maken we nog even een zijsprongetje. Lens (Laurentius), zoon van Reyner II, en schepen van Heerlen was getrouwd met Mettel van Rodenbroeck, en dat was ook een leen. Zij erft het leen van haar vader samen met haar dan nog minderjarige broer in 1518, in 1523 is haar broer dat wel. Het goed Rodenbroich, of Rodenbroeck lag op de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Heerlerheide#Kastelen Heerlerheide], waarop het Leyenhoes stond op de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Heksenberg_(Heerlen)#Geschiedenis Heksenberg]. De voorouders van Mettel staan beschreven in tijdschrift van Historische Kring [https://www.landvanherle.nl/ het Land van Herle] [https://www.landvanherle.nl/editie/1966/196601.pdf Bijdrage tot de geschiedenis van het huis Roebraeek (Rodenbroich) te Heerlerheide-Heerlen]. | |||
Haar moeder was een [https://chorusgen.nl/oorsprong.html Chorus], vermoedelijk een telg uit het regentengeslacht van schepenen en burgemeesters van Aken. | |||
Haar voorvader Simon Hoen van Rodenbroeck verkocht het [https://openmonumentendagheerlen.nl/listing/hoeve-gitsbach/ goed Wolfsbroek], ook wel bekend als [https://www.rijckheyt.nl/cultureel-erfgoed/gitsbach-hoeve Hoeve Gitsbach]. Zijn vader [https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Hoen_(1350-1443) Johan Hoen] woonde op het Hoenshuis in Voerendaal, en was via zijn vrouw Jutta van Eys [https://nl.wikipedia.org/wiki/Eys heer van Eys]. |
Huidige versie van 9 mei 2023 om 10:41
Als we de kinderen als generatie I benoemen, de ouders als II en grootouders als III beginnen we bij...
Palmen uit Sittard
In het stukje over Weesp zagen we dat comies Pieter Kiewied (1875-1927), IV, in Weesp kinderen kreeg. Zoon Theo (1910-1988), III, werd koopman en huwde in Sittard met Wies Palmen (1918-2001). Haar voorouders in de mannelijke lijn vinden we terug in Broeksittard tot het begin van de burgelijke stand (VII). De moeder van haar vaders grootmoeder langs moederszijde (± 1822-1874) kwam uit Uetterath in Duitsland, een hele dag lopen van Sittard. Die Jan Joseph (1821-1888), had nog een vader Hendrik (1798->1853) uit Oirsbeek, grootvader Theodoor (±1766-1820) en overgrootvader Jan, geboren voor 1730 en waarschijnlijk in Amstenrade, want daar is de zus van Theodoor geboren.
Signet uit Maastricht
Haar moeders vader was geboren in Vlissingen, waar aijn vader als soldaat, gelegerd was. De grootmoeder van Wies langs vaderszijde was Cornelia Signet. Zij was geboren in Antwerpen, maar haar vader kwam uit Maastricht. Haar moeder, was een Roevros, net als haar vaders grootmoeder langs vaderszijde. Die familie kunnen we tot in de 17e eeuw in Maastricht terug vinden, inclusief de visverkoopster aan de verdwenen Koevliegestraat.
Limbricht
De moeder van Wies kwam uit Limbricht. De familie is daar tot vroeg in de 18e eeuw terug te vinden. De overgrootvader (VII) van die moeder, Cornelis Dirks (±1757-1832) was boer te Limbricht. Zijn vrouw, Aldegunda van den Bongard (1756-1836), was eerder gehuwd geweest met een Severinus Schmitz, terwijl haar moeder Helena Schmeits (1729-1789) was en haar grootvader een Johannes Smeets (1659-1729), IX, was. Je hoort het Limburgs er bijna in terug.
Smeets uit Hoensbroek
Helena, en haar drie achtereenvolgende voorvaderen Johannes Smeets (1621-1692), X, kwamen uit Hoensbroek, net als de vrouw van die oudste Johannes, Maria Aelmans (1621-± 1659), ook in Hoensbroek geboren.
Aelmans uit Heerlen
Dirk (±1594-1630), de vader van Maria Aelmans is geboren in Heerlen, net als zijn vader Jacobus en diens vader Johannes, XIII, die rond 1520 geboren moet zijn.
Van den Esschen
Dirk was getrouwd met Catharine van den Esschen (1596-±1650), en over haar wordt verteld in Huize ten Esschen deel 12.
In de periode 1519-1537 is Lens van den Neschen schepen bij de schepenbank van Heerlen (Lijst van schepenen Heerlen, *Rijckheit). Lens en Mettel krijgen een kind in 1530, Joannes geheten. Joannes trouwt de in 1535 geboren Catharina Putters. In 1569 krijgen zij ook een jongetje, Gisbertus. Zijn vader Joannes van Esschen overlijdt te Heerlen in 1603. Gisbertus trouwt met de eveneens in 1569 te Heerlen geboren Gertrudis Slypen. Uit hun huwelijk wordt in 1596 een dochter Catharina genaamd geboren, die op een onbekend tijdstip te Hoensbroek overlijdt. De stamboom van Felder-Hamers geeft aan dat er ca. 1570 uit hun huwelijk nog een zoon genaamd Matthias geboren zou zijn. In de stamboom Hoensbroeck-ten Esschen-van Eijs, wordt echter alleen Catharina genoemd. Deze Catharina huwt Theodorus Aelmans, zoon van de in 1556 (Kreijns) geboren Jacobus Aelmans. Daarmee houdt de mannelijke afstamming van deze familie ten Esschen op.
Intermezzo - het feodale leenstelsel
De familie Ten Esschen, ook Van den Esschen, of Van Nesschen, ontleent haar naam aan een boerderij. Leen. Goed. Een boerderij kun je huren, of pachten. In de middeleeuwen, want daar zitten we bijna, ging dat via het feodale stelsel: god leent de aarde aan de mens, wier hoogste gezag de keizer is, daaronder de koningen, daar weer onder de graven, die weer leenheren hebben, die de lenen van hun gebied beheren: beheer en administratie en het innen en afdragen van de belasting, doorgaans in de vorm van tienden, 10% van de oogst. Het 'geleende' was een goed, of landgoed, in de zin van onroerend goed. Meestal geen landhuis met een oprijlaan. Wie mocht er dan land lenen? Dat was doorgaans vriendjespolitiek. En nog veel vaker familiepolitiek. Vaak waren dat bastaardkinderen, of jongere zoons, want de oudste en echte kinderen erfden de bezittingen, titels en baantjes. De rest moest het stellen met middelen om in elk geval inkomen te verwerven. Een leen, of pacht, was meestal een erfpacht: het ging van vader op zoon, waardoor een familie dus generaties lang op dezelfde plek woonde. En er dus ook vaak zijn naam aan ontleende.
Het goed te Esschen, waar de familie woonde, is nog steeds op de kaart te vinden, net boven Voerendaal: Ten Esschen. De Hoeve Ten Esschen is ook te vinden op Wikipedia, onder 'Geschiedenis' wat ik net verteld heb, en inclusief een nog wat verdere voorvader Reyner (toeval dat Theodoor Palmen zijn zoon in 1807 Reiner noemt?), die we kunnen aanhaken via de bovengenoemde blog:
De voorheen genoemde Reyner II, de zoon van de in 1466 gestorven Lens van den Esschen, trouwde evenals zijn vader met een ons onbekende vrouw. Zij kregen in 1490 een kind dat de naam Lens kreeg (Laurentius). Wanneer zoon Lens overleed is niet duidelijk. De eerder in 1372 genoemde Reynart van den Esschen, is mogelijk de (over)grootvader van de hier vermelde Reyner #2. Zoon Lens van Esschen wordt in 1519 als leenman van het goed ten Esschen genoemd. Lens trouwde in 1515 met Mettel (Mechtildis) van Rodenbroeck. Ze werd in 1495 geboren als dochter van Gillis van Rodenbroeck (1460-ca.1518). In 1518, het waarschijnlijke jaar van overlijden van de vader van Mettel, verheft Lens als momboir (voogd) van zijn echtgenote het leen Rodenbroeck, na ‘’sterffenisse op Rodenbroich’’. Haar broer Gilles was op dat ogenblik nog minderjarig. Vrouwen konden in deze tijd nog niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Als een vrouw niet gehuwd was, koos ze meestal een familielid om voor haar op te treden bij juridische aangelegenheden. De momboir trad meestal alleen op voor de rechtshandeling in kwestie. Hij was dus geen voogd in de algemene zin des woords.
Rodenbroeck
Voordat we verder gaan met huis Van Esschen maken we nog even een zijsprongetje. Lens (Laurentius), zoon van Reyner II, en schepen van Heerlen was getrouwd met Mettel van Rodenbroeck, en dat was ook een leen. Zij erft het leen van haar vader samen met haar dan nog minderjarige broer in 1518, in 1523 is haar broer dat wel. Het goed Rodenbroich, of Rodenbroeck lag op de Heerlerheide, waarop het Leyenhoes stond op de Heksenberg. De voorouders van Mettel staan beschreven in tijdschrift van Historische Kring het Land van Herle Bijdrage tot de geschiedenis van het huis Roebraeek (Rodenbroich) te Heerlerheide-Heerlen. Haar moeder was een Chorus, vermoedelijk een telg uit het regentengeslacht van schepenen en burgemeesters van Aken. Haar voorvader Simon Hoen van Rodenbroeck verkocht het goed Wolfsbroek, ook wel bekend als Hoeve Gitsbach. Zijn vader Johan Hoen woonde op het Hoenshuis in Voerendaal, en was via zijn vrouw Jutta van Eys heer van Eys.